Dirk Jan

‘Ik zoek graag verdieping: dat kan ik goed kwijt in mijn vak’

Zelfs als Dirk Jan van Zoest over een Italiaanse markt struint, stuit hij op dingen die hij kan gebruiken in zijn geschiedenislessen. “Zo kwam ik in een verlaten dorp een boek tegen over een lokale Italiaanse voetbalclub. Daar kon ik een mooie opgave over maken. Dat zie ik echt als sport: input uit het dagelijks leven samenstellen tot een leuke opdracht of toets.”

*De foto komt uit een artikel van De Stentor

In zijn werk als geschiedenisdocent bij het Aventus Lyceum kan Dirk Jan zijn nieuwsgierigheid volop kwijt. “Ik hou ervan om me te verdiepen in dingen”, legt hij uit. “Kranten lezen, achtergrondstukken uitpluizen en door boeken bladeren. Zo kan ik dingen relativeren en beter begrijpen. Wat is ergens aan vooraf gegaan? In m’n vrije tijd lees en zie ik zoveel wat je kunt koppelen aan een moment in de geschiedenis. In mijn lessen deel ik dan wat ik allemaal gevonden heb. Want geschiedenis is gek genoeg juist altijd actueel: het is een heel politiek vak.”  

Dat maakt het interessant, maar tegelijkertijd ook gevoelig. “Laatst koppelde ik de sociale kwestie uit de negentiende eeuw aan een artikel over wat er nu allemaal in Qatar gebeurt. Ik neem dan de tijd om dat in de les te bespreken, ook al moeten we ook andere lesstof behandelen. Ik vind het namelijk belangrijk om dit soort dingen aan te kaarten en leerlingen te prikkelen om na te denken. Zo bereid je ze toch voor op het volwassen leven. Maar daar moet je tegelijkertijd dus wel mee oppassen: je kunt als docent je leerlingen makkelijk een richting op sturen. Ik probeer daarom vooral het gesprek op gang te brengen.”

Het verschil maken

Dirk Jan werkte eerst in het basisonderwijs, toen in het speciaal voortgezet onderwijs en daarna als leerlingbegeleider bij Aventus. Uiteindelijk werd hij hier docent. “Dat vind ik een prettigere rol”, legt hij uit. “Als docent kun je aan de voorkant het verschil maken. Natuurlijk hebben we mentoren en begeleiders nodig, maar ik vind dat je als docent in eerste instantie verantwoordelijk bent voor de vooruitgang van een leerling. Goed lesgeven is ontzettend belangrijk, die basis moet goed zijn.”

Bij de vavo zit hij helemaal op z’n plek. “Doordat de leerlingen allemaal verschillende leeftijden hebben, krijg je een hele leuke dynamiek. De verschillende levensstadia maken de sfeer volwassener”, legt Dirk Jan uit. “En bij de vavo krijg ik de ruimte voor mijn eigen vak.” Zo schrijft hij z’n eigen schoolexamenprogramma en kiest hij als docent zijn eigen lesmethode. “Heel anders dan de middelbare school, daar stem je continu af met een vakgroep. Hier zijn we met heel weinig mensen verantwoordelijk: daardoor kunnen we veel zelf invullen. Dat blijft interessant.”

Blijven ontwikkelen en onderzoeken

Het vavo-team besteedt ook aandacht aan actuele inzichten uit de wetenschap. “We willen graag onderwijstechnieken en -strategieën toepassen die volgens onderzoek het beste zijn voor vavo-leerlingen. We vinden het leuk om daarmee aan de slag te gaan, dat zorgt voor een prettige sfeer in het team. En ik leer er zelf ook veel van. Zo kwam ik er bij een analyse van eindexamenresultaten achter dat leerlingen het beste scoren op onderdelen die vroeg in het schooljaar zijn behandeld. Dat zijn kleine dingen, maar wel goed om dat te zien en te weten.”

Dat maakt dat Dirk Jan nog steeds elke dag leert. “We denken continu na: waarom doen we dit, waarom is dit belangrijk? Ik leer nog elke keer dingen bij. Op de universiteit volg ik ook nascholing voor geschiedenisdocenten en ik heb bij Cito deelgenomen aan scholing over hoe je goede examenopgaven maakt. Heel leuk vind ik dat.” Daar is Aventus het gelukkig mee eens. “Ik mag zelf kiezen wat ik wil en wat ik belangrijk vind bij de keuze voor nascholing. Aventus moedigt dat alleen maar aan.”

Een simpele ‘hallo’

Dirk Jan is niet bang om te verzuipen op zo’n grote school. “Gelukkig niet”, glimlacht hij. “De vavo is klein, dat maakt het overzichtelijk. Sowieso heb ik niet het gevoel dat ik in een supergrote organisatie terecht ben gekomen: iedereen heet je altijd welkom en zegt elkaar gedag. Dat lijkt heel simpel, maar is zo belangrijk om je ergens thuis te voelen. Het opent je blik voor mensen die je tegenkomt.”